Het taboe wat ‘huilbaby’ heet

Er wordt veel gepraat over huilbaby's. Echter wordt er maar weinig gepraat over wat dit met de ouders doet. Hoe zij hiermee omgaan, wat dit doet met het gezin en met je geestelijke gezondheid. Een huilbaby hebben is niets nieuws, het praten erover is een taboe.

Ik denk dat dit de meest vervelende titel is die ik ooit geschreven heb, en een ergere zal er waarschijnlijk ook niet komen. Het was namelijk een gedachte. Een gedacht die ik had naar mijn baby van 5 maanden. Want mijn baby huilt. Hij huilt veel. Onze baby is een huilbaby, iets waar een enorm taboe op heerst ben ik achter gekomen. Afgelopen week plaatste ik mijn wanhoop en frustratie op Twitter, de gedachten die er soms bij komen kijken en de machteloosheid die je voelt terwijl de liefde voor je baby oneindig blijft. Er gebeurde iets wat ik nooit verwacht had. Een gigantische beerput aan ervaringen van medestanders ging open waar ook gepraat werd over hoe mensen zich er bij voelen of zich er bij gevoeld hebben, maar vooral de doodenge gedachtes die daar soms bij komen kijken.

Het begrip is soms ver te zoeken.

Ik ben niet iemand die snel roept dat andere mensen het niet snappen of een situatie niet in kunnen schatten maar wat betreft een huilbaby zeg ik dat wel. En hardop. Als je geen huilbaby hebt of hebt gehad weet je niet hoe het is. Punt. Hoeveel dooddoeners er uitgesproken worden. Hoe vaak mensen, na de baby 5 minuten gezien te hebben, zeggen ‘Het valt allemaal wel mee toch?’ of ‘Laat hem anders gewoon even huilen.’ et-ce-te-ra. Goed bedoeld, echt, maar hier kan ik helemaal niks mee. Ik kreeg te horen dat als hij zich wat beter kon bewegen hij vanzelf minder gaat huilen. ‘Als hij gaat kruipen wordt het huilen steeds minder.’ Ja? En de tijd daartussen dan? De tijd voordat hij kruipt? Want hij huilt nu al 5 maanden non-stop. Zij zitten er niet mee, zij worden niet verscheurd door het gevecht van verdriet wat je voelt elke keer je denkt je baby niet gelukkig te kunnen maken en de hoop te verliezen nog iets te kunnen betekenen voor je bloedeigen baby. Die baby waar je onvoorwaardelijk van houdt maar schijnbaar niet goed genoeg voor bent. Want ik kan hem niet helpen, mijn man kan hem niet helpen. Niemand kan hem helpen.

Ik had al vaak aan de telefoon gehangen met het consultatiebureau, tip na tip, advies na advies. Koemelkallergievrije voeding, dragen, laxeermiddel. Niets gaf het gewenste resultaat. We werden doorgestuurd naar de kinderarts in verband met de koemelkallergie. Ook daar uitte ik mijn zorgen maar aangezien de kleine frummel al iets rustiger werd de afgelopen weken ben ik naar huis gegaan met een controleafspraak op zak voor over een tijdje. Alsof hij dat door had want vanaf dat moment veranderde de 10 stappen vooruit en de 4 stappen terug in 20 stappen achteruit. Iemand gaf de tip naar een osteopaat te gaan. Alle hoop die we hadden hadden we daarin gelegd. Wat kon ons het schelen dat dit een flink gat in onze portemonnee sloeg, want volledig vergoed krijgen we het niet. Het hielp voor een paar dagen. Dan gingen we twee weken later weer heen en was hij maar een halve dag rustig. Maar het gehuil werd erger, doordringender, feller en serieuzer. We spreken over drie weken terug. Mijn man en ik waren al moe, moe van alles, nieuw ritme moeten vinden met 2 jonge kinderen, mijn lichaam die moest herstellen van 2 zwangerschappen in 2 jaar tijd, onze geest die niet altijd meer op 1 lijn zat van de oorverdovende herrie die ons grotendeels van de dag achtervolgde in huis.

Zeg het maar niet hardop.

Ik heb mij zo vaak schuldig gevoeld voor alles wat ik dacht naar hem als hij weer eens urenlang aan het huilen was. Urenlang met hem op mijn arm liep, een elke week zwaarder wordende baby want het is geen kleintje. Mijn armen en rug die steeds meer beginnen te verzuren en waar ik soms einde dag mijn armen niet meer normaal kan strekken van de pijn van het tillen. Een draagzak gaf even uitkomst maar ook die uren dragen is niet goed voor je lichaam maar ook niet voor je algemene welzijn als mens zijnde. Ik voelde mij een melkkoe terwijl ik geen borstvoeding geef. Er loopt hier nog een kleine man rond die net zoveel aandacht verdient als dat zijn kleine broertje nodig heeft. Hij is net 2, staat volop in de ontwikkeling van het mens zijn en worden, een ontwikkeling waarvan ik nu het gevoel heb dat ik ernstig te kort schiet omdat ik veel van mijn aandacht moet leggen op zijn broertje die zo ongelukkig over kan komen.

Steeds vaker betrapte ik mijzelf er op dat ik rare gedachten begon te krijgen. Gedachtes die ik hier niet allemaal uit durf te typen. Dat ik ooit een gedachte kon hebben die negatief zijn over mijn kind, de frustratie die zo hoog oploopt, een angstwekkend idee dat je in staat bent zo een gedachte te kunnen overdenken.

Nu is het klaar!

Tot die ene. Tot die ene gedachte. Eindeloos huilen. Zijn gezicht begraven in mijn nek, bijna in slaap vallen en zichzelf weer wakker trekken. Schreeuwen, gillen, dragen, brandende schouders en rug. De frustratie de de afgelopen maanden zwaar onderdrukt werd, het geduld wat op de proef gesteld was, mijn geest en lichaam leek alles te gaan verliezen. Mijn spieren spanden zich aan op een manier waar ik bang van werd en er was nog maar 1 gedachte die overheerste: ‘Als ik je schud ben je stil’. Zodra de gedachte door mijn hoofd ging en ik besefte wat dit betekende heb ik hem neergelegd en ben ik in janken uitgebarsten. Nu is het klaar! Vol emotie heb ik mijn relaas op Twitter gezet en heb ik huilend de kinderarts gebeld dat er nu actie moet komen. Niet over drie weken als ik weer een controleafspraak heb. NU! Ik kon de volgende ochtend direct terecht.

Maar op Twitter gebeurde iets speciaals. Er ging een enorme beerput open. Zoveel herkenning van ouders die het zelfde meemaakten of meegemaakt hebben. En zoveel bekentenissen van dezelfde gedachten die door hun hoofd gingen. Het verdriet, de frustratie, het geduld wat op de proef gesteld werd en het geduld wat soms op een haar na maar bewaard kon worden. Ik werd benaderd door het blad Vrouw (Telegraaf) of zij mijn tweet mochten gebruiken voor een lezerscolumn en vanaf het moment dat dit online stond ontplofte er een bom. Mijn inbox van Facebook, Twitter en email stroomde vol met ervaringen van anderen, de angsten die zij doorstaan hebben, maar vooral heel veel tips. Heel. Veel. Advies. En wat ben ik iedereen dankbaar. Wat voelt het goed te weten dat ik niet de enige ben, dat het niet raar is gegeven moment zo vol wanhoop te zitten dat je niet meer weet wat je hiermee moet doen. Als ik elke persoon accepteer die aangeboden heeft de kleine een dagje uit handen te nemen zodat ik bij kan komen, zie ik de kleine het komende jaar niet meer. Alleen al dat mensen het bedenken dit voor een wildvreemde te willen doen, omdat zij weten wat het is, heeft mij kracht gegeven door te gaan en deze situatie kosten wat het kost met geheven hoofd tegemoet te gaan.

Dit taboe moet doorbroken worden.

Ik kan vooralsnog geen tips geven hoe ik hiermee om gegaan ben. De spoedafspraak bij de kinderarts is geweest en er is een volledig plan uitgestippeld hoe we dit aan gaan pakken. Er ligt een plan onze kleine grote vriend op te nemen in het ziekenhuis maar vooralsnog kan ik mij er niet toe aanzetten een van mijn grootste liefdes alleen achter te laten bij mensen die ik niet ken. Want ook al huilt hij zoveel, ik blijf zijn moeder die denkt dat een ander hem niet zo goed kan troosten als dat ik dat kan. Ik beloof dat als het mij deze dagen alsnog teveel wordt, ik direct bel om alsnog gebruik te maken van dat plan.

Maar dat taboe. Dat vreselijke taboe wat er heerst over huilbaby’s, de gedachten die daarbij komen kijken, de wanhoop, het verdriet, de frustratie, dat taboe moet weg. Er moet gesproken worden. Niet alleen over de oorzaak van het huilen maar vooral over wat dit doet met ouders want naar mijn idee wordt dit probleem veel te veel gebagatelliseerd. Ouders durven niet te praten over wat het met hun doet uit angst dat anderen ze niet begrijpen. Die angst is er ook bij mij. Maar ik praat, ik open, ik ben kwetsbaar en geef mij bloot. En dit geeft mij kracht aan de wereld te laten zien dat je er niet alleen voor staat. Niemand staat alleen, samen staan we met z’n allen. Samen is niet alleen.

Laat ik dit wel afsluiten met een vrolijke noot. Want hoe heftig dit kan zijn, er zijn gelukkig ook goede moment en van die moment mag ik intens genieten. Hij kan ook lachen en hij kan mijn hart ook vullen met een geluk die alleen ik kan voelen van mijn eigen kinderen. Want deze lach doe ik het voor. Deze jongens. Mijn leven. Deze jongens maken mij de moeder die ik altijd al had willen zijn. Dit wordt zeker vervolgd.


Heb je genoten van dit artikel? Je kunt dit artikel waarderen door een donatie te doen. Zo hoef ik mijn artikelen niet achter een betaalmuur te plaatsen. Dan kunnen deze toegankelijk blijven voor iedereen en kan ik dit soort artikelen blijven schrijven.
Alvast bedankt!

Totaal: € -